Na de tweede wereldoorlog
Het triduüm van 1946 begon nu op een vrijdag
(19 tot 23 juli) en kostte voor de zieken in de 'Gastvrijheid' (Hospitaliteit) 450 frank.
Het waren Kan. Legrand en E.H.P. Ghyssaert die de sermoenen predikten.
Voor het eerst zijn nu twee brancardiers mee:
Georges Van Steenkiste en Benoit Maertens.
Jw. M. Dujardin, Godelieve Perneel en Georges Van Steenkiste werkten samen aan de organisatie van het triduüm.
Anna D'Halluin verzorgde als verantwoordelijke de zwaar zieken in de zaal Vierge des Pauvres
Reizen in die tijd
In deze tijden werden de treinwagons met bedevaarders gekoppeld aan de trein Oostende-Brussel. In Brussel-Zuid werden de zieken uit de trein gedragen en met auto's van het Rode Kruis en ambulancewagens naar het station Brussel-Noord gevoerd om van daar de reis verder te zetten naar Luik. In Luik werden de wagons dan gekoppeld aan een locomotief die de bedevaarders naar Trooz of Pépinster bracht.
1947
Triduüm van 29 augustus tot 2 september
62 zieke bedevaartders (waaronder 5 liggend) nemen deel.
Op de foto: E.H. Kan. Legrand, pater Leopold, jw. M. Dujardin, Georges Vansteenkiste (chef-brancardier), Anna Dhaluin, Martha Vanrafelghem, Marie-Joseph Paret,
Gaston Platteeuw (technisch raadgever) e.a.
1948, triduüm van 27 tot 31 augustus
Op zaterdagnamiddag was er op de esplanade Ziekenzegening door Mgr. Kerkhofs, waarbij ieder zieke afzonderlijk gezegend werd met het Allerheiligste.
Die namiddag was ook Hare Konunklijke Hoogheid Prinses Josephine, zus van de betreurde koning Albert I aanwezig.
De zondag: Vlaamse Hoogdag in Banneux!
(op de foto in bijgevoegd document herken je: dhr. & mevr. Devriendt, Georges Vansteenkiste, Gilbert & M-Paule Vandamme en Griet Leys.)
1949, triduüm van vrijdagmorgen 26 tot dinsdagmorgen 30 augustus onder de geestelijke leiding van E.H. Ghyssaert.
Op zondag 28 augustus: een eendagsbedevaart van uit Brugge (deelname: 230 bef.)
In de notities staat omtrent de heen reis geschreven: 'Voor velen was het de eerste keer in hun leven dat ze deze mooie tocht in de Ardennen en Hoge Venen mochten doen. Wat zijn ze schoon, die heerlijke groene heuvelen met hun hoge sparren en fris-groene graspleinen!'
107 zieken werden ingeschreven dit jaar in de hospitaliteit.
In die tijd dienden de brancardiers nog 's morgens en's avonds water halen naar de bron, en 's morgens melk halen in de boerderij.
In dit jaar kwam Adriën Reyngout mee die de verantwoordelijkheid opnam voor de bedevaarders op hotel.
1950, triduüm van 25 tot 29 augustus onder de geestelijke leiding van E.H. Kan. Legrand en E.H. Van Winckel.
Op de uitnodiging: 'De reis wordt gedaan per trein met zachtglijdende metalieke wagens en zonder te moeten veranderen van uit Oostende tot in Trooz.'
In een verslag van de laatste avond van het triduum (slotplechtigheid bij de kleine kapel) lezen we: "Beste zieken, over enkele ogenblikken moogt gij allen bij Moeder komen afscheid nemen. Zij wacht op u. Leg heel uw hart en al uw zorgen in haar moederhart. En vooral, weiger haar niet wat zij u vragen mag. Voor een Moeder doet een kind alles. Zij begrijpt u. Zij kent uw offer en de zwaarte ervan. Zij weet het te verlichten. Geef er haar de gelegenheid toe en vraag Haar edelmoedig de kracht om het te dragen"
Een blik langs de rijen brancards en wagentjes volstaat om het geluk en de ontroering op alle gezichten te lezen!
(op de foto's in bijgevoegd document herken je eenerzijds de personeelsfoto 1950 en daaronder de foto van de groep verpleegsters en helpsters met Jw. Dujardin en Jw. del Marmol.